Maandagochtend, 7.54 uur. Het regent pijpenstelen en terwijl je een kind achter je aan sleurt, spring je over de diepe plassen richting je auto. Fuuuu… Het autostoeltje staat nog in de gang! Met kind en al terug naar binnen, stoeltje pakken, door die plensbui weer naar de auto en dat &#@%0-ding op achterbank zo snel mogelijk vastmaken. Maar… HOE WERKT DAT OOK ALWEER?!
Welnu, er zijn twee manieren waarop je een autostoeltje in de auto kunt bevestigen: met Isofix of met autogordels. Een stoeltje met gordelbevestiging is waarschijnlijk het meest bekend. Je gebruikt hierbij de gewone driepuntsgordel in de auto. Een Isofix-autostoeltje wordt echter met bevestigingshaken verankerd aan de carrosserie van de auto. Dat klinkt veel lastiger, maar dat is het gelukkig helemaal niet. Zeker niet als je onze tips in je achterhoofd houdt.
Zo Isofix je dat
Een Isofix-autostoeltje vastmaken doe je via de speciale bevestigingspunten in de auto. Het Isofix-autostoeltje (of het Isofix-onderstel) is voorzien van grijphaken. Je plaatst het autostoeltje door die grijphaken aan de Isofix-aansluiting in de auto te klikken (. De bevestigingspunten daarvoor bevinden zich tussen de rugleuning en de zitting van de achterbank. Bij baby- en peuterautostoelen is er een derde bevestigingspunt nodig. Het gaat daarbij om een bevestigingspunt aan de bovenkant van de stoel (de Top Tether-aansluiting) of een steunpoot, die op de vloer van de auto leunt.
Je kunt een Isofix-stoeltje alleen gebruiken als je auto een Isofix-systeem heeft. Of jouw auto geschikt is, vind je terug in de handleiding van je auto en/of een label op de bekleding. Auto’s met een bouwjaar vanaf 2014 beschikken sowieso over dit systeem. Het is alsnog zaak even goed te kijken: oudere auto’s hebben bijvoorbeeld vaak nog geen Top Tether-bevestigingspunt.
Gewoon, met de autogordel
Zoals gezegd, zijn er dus twee manieren waarom je een autostoeltje kunt vastmaken. In deze alinea bespreken we de methode met de gewone autogordel. Je zou denken dat deze methode juist simpeler is dan een Isofix-systeem… Helaas worden er in de praktijk nogal wat fouten gemaakt. Daardoor zit de gordel bijvoorbeeld niet strak genoeg en dat is natuurlijk gevaarlijk. Raadpleeg daarom altijd de instructies in de gebruiksaanwijzing.
PS: Sommige Isofix-autostoeltjes kun je ook bevestigen met de autogordel. Doe dat echter nooit zonder wederom de handleiding van het autozitje erop na te slaan!
Wáár dan?
Er bestaat nogal wat onduidelijkheid over de plaatsing van een autostoeltje. Over het algemeen hangt dit af van de lengte en het gewicht van je kind. Een babystoeltje plaats je altijd tegen de rijrichting in. Het liefst plaats je de babystoel op de achterbank. Babystoeltjes mogen eventueel wel voorin op de passagiersstoel worden geplaatst, mits de airbag op die plek is uitgeschakeld.
Peuterstoeltjes vormen een tussenstap tussen babystoeltjes en een kinderzitje. Sommige peuterstoeltjes worden voorwaarts geplaatst, sommige kijken nog steeds achteruit. Het wordt altijd aangeraden om kinderen achterwaarts te laten kijken tot ze minimaal 70 cm lang zijn. Voor grotere kinderen zijn er verstelbare autostoelen, ook wel zittingverhogers genoemd. Hierin wordt je kind rechtstreeks met de autogordel vastgezet.
