Met deze tips bak ook jij het perfecte ei

Het water loopt ons bij de gedachte aan het perfect gebakken ei al in de mond! Hoe dat perfect gebakken eitje eruitziet? Dat zal voor iedereen anders zijn. Daarom geven we je ook vier verschillende bereidingen op een rij: van een spiegelei tot een omelet of roerei. 3, 2, 1: LUNCH!

Het perfecte spiegelei

Neem een koekenpan met antiaanbaklaag. Gebruik middelhoog vuur. Verhit genoeg olie om de bodem (met een dun laagje) te bedekken. Breek je ei rechtstreeks in de pan of laat het ei vanuit een schaaltje in de pan glijden. Voordeel van die laatste optie is dat je ei straks wat netter oogt. Zet het vuur nu onmiddellijk laag. Als je het vuur te hoog zet, gaat je olie enorm spatten en krijgt je gebakken ei een rubberachtige structuur.

Vervolgens bak je het ei gedurende een minuut of drie – of in elk geval tot het eiwit gestold is. Gebruik een spatel om het ei uit de koekenpan te halen. Breng je ei op smaak met peper en zout. Eventueel kun je wat keukenrol gebruiken om een teveel aan olie weg te deppen. Als je niet van een lopende dooier houdt, laat je ei dan iets langer bakken of draai je ei na die drie minuten even om. Na een minuutje bakken is je dooier nog zacht en vloeibaar. Vanaf een minuut of vier moet je dooier wel gestold zijn.

Het perfecte gefrituurde ei

Onder een gefrituurd eitje verstaan we een spiegelei, maar dan dus gefrituurd. Gefrituurd betekent voor ons van die lekkere, knapperige randjes! Om die knapperige randjes te krijgen, pak je ook nu weer je koekenpan met antiaanbaklaag erbij. Gebruik wederom middelhoog vuur. Kies nu echter voor iets meer olie. Breek je ei boven de koekenpan of laat het ei via een schaaltje in de pan glijden.

Je zou het ei nu onmiddellijk moeten horen sissen en borrelen. Wacht rustig 2 à 3 minuten. Als je bang bent dat je ei toch aan de bodem plakt, kun je af en toe even met de pan schudden. Zodra de randen knapperig zijn, het wit geheel is uitgehard, maar de dooier nog steeds vloeibaar is, verwijder je het gebakken ei uit de pan. Blijft je eiwit zacht? Kantel de pan dan een stukje en schep wat van de olie over het eiwit. Breng je ei ten slotte weer op smaak met peper en zout.

De perfecte omelet

Je kunt een omelet natuurlijk ook gewoon zo opeten, maar mocht je je omelet willen vullen, dan maak je de vulling van tevoren klaar. Een omelet is namelijk dusdanig snel klaar, dat je daar straks geen tijd meer voor hebt! Kies bijvoorbeeld voor geraspte kaas, champignons, tomaat en verse kruiden. Belangrijk is dat je ingrediënten eerst kookt, bakt of op kamertemperatuur laat komen.

Kies voor een (ondiepe) koekenpan met antiaanbaklaag. Verhit de olie op laag tot middelhoog vuur. Zorg ervoor dat de gehele bodem goed bedekt is. Klop de eieren samen met een klein beetje water (of melk), zout en peper los, totdat alles goed gemengd is. Giet het mengsel nu in de pan. Zodra het midden van de omelet (bijna) gaar is, leg je de vulling aan één kant van je omelet. Wacht heel even, vouw de omelet dubbel en laat hem op je bord glijden.

Het perfecte roerei

Het perfecte roerei bak je langzaam op een laag vuur. Hierdoor blijven de eieren romig en licht. Als je te heet en snel bakt, krijgt je roerei een rubberachtige textuur. Om te beginnen klop je twee eieren in een kom. Breng op smaak met peper en zout. Bonustip: door de dooiers eerst met een vork door te prikken, kun je ze veel gemakkelijker mengen.

Pak je koekenpan met antiaanbaklaag erbij en verhit wat olie op een laag vuur. Zodra de olie heet is, voeg je de eieren toe. Aangezien de eieren meteen beginnen te bakken, is het belangrijk om zo snel mogelijk te roeren. Houd de spatel of houten lepel in beweging, vooral rond de zijkanten van de koekenpan. Na een minuut of twee zijn de eieren bijna gaar. Op dat moment draai je het vuur uit. Schep je roerei daarna zo snel mogelijk op je bord – of direct op een broodje. Eet smakelijk!